Fruitbomen, zoals appels en peren, worden doorgaans regelmatig gesnoeid. Maar wat als je deze bomen niet snoeit? Blijven ze dan ook gezond? Geven ze dan ook gewoon fruit? Ontdek het zelf.
Hier en op een aantal andere plekken in het Irenebos staan nooit gesnoeide fruitbomen aangeplant. Bomen van gemiddeld tien jaar oud die altijd hebben mogen groeien, zoals fruitbomen dat van nature doen.
Op deze plek staan drie appels: De Oberdiecks reinet komt uit Duitsland. Waarschijnlijk op basis van zijn uiterlijk is deze oorspronkelijk veel gegeten appel in onmin geraakt. Met zijn grauwe en gevlekte voorkomen oogt de zoete zachte vrucht helaas niet smakelijk genoeg. De Gravensteiner staat bekend om zijn geweldige aromatische smaak. Helaas duurt het lang voordat de boom vruchten geeft en slaat de boom regelmatig een seizoen over. Ook de Brabantse Bellefleur geeft niet jaarlijks vrucht. Als de boom vrucht geeft staat de boom garant voor overvloedige oogt van zacht zure kleine appeltjes, die lang houdbaar zijn.
"Snoeien doet groeien", luidt een oude kwekerswijsheid. Zeker in de commerciële teelt worden fruitbomen volgens strakke inzichten gesnoeid. Het idee is dat de bomen een open kroon met voldoende licht en lucht hebben. "Je moet er je hoed doorheen kunnen gooien", zeggen fruittelers. Daarnaast is snoei belangrijk voor de verwerking. Tijd is geld. Telers willen daarom lage bomen die eenvoudig te verzorgen en te oogsten zijn. Dus geen ouderwetse hoogstammen waar het fruit met behulp van een ladder geplukt moet worden, maar lage, compacte boompjes waar je zonder hulpmiddelen als ladders eenvoudig bij kunt.