Sinds 2017 wordt de es bedreigt door de essentaksterfte, een ziekte veroorzaakt door het vals essenvlieskelkje. Naar schatting is ruim 60 tot 80% van de Nederlandse essen aangetast. Voor veel bomen is de ziekte fataal. Met oog op veiligheid worden aangetaste bomen gekapt. In het Irenebos is ongeveer een kwart van alle bomen een es. Sommige bomen kunnen de ziekte overwinnen. Ook bestaan er meer resistente bomen, soorten essen die de ziekte enigszins kunnen weerstaan. Volgens wetenschappers is het voortbestaan van de Nederlandse es vooral afhankelijk van resistente soorten. Hier wordt op dit moment veel onderzoek naar gedaan.
Es, is één van de meest aangeplante boomsoorten in dit gebied. Deze snelgroeiend boom kan tot 40 meter hoog worden en levert belangrijke diensten aan ons leefklimaat. In de zomer leveren essen schaduw en koelte. Zeker in de stad is dit essentieel om de zomerse hitte te temperen. Deze klimaatvoordelen worden door de essentaksterfte sterk gereduceerd. Dit is in geld uit te drukken. Immers: hoe groter de boom, hoe groter de klimaatvoordelen. Een net aangeplante boom van acht jaar oud met een stamdikte van pakweg 22 cm levert jaarlijks circa € 33,- aan klimaatwinst. Een 40 jaar oude es met een 40 cm dikke stam is daarentegen goed voor circa € 167,- per jaar.
De es is een veel voorkomende en belangrijke inheemse boom met grote waarde voor de biodiversiteit. Pakweg 100 verschillende soorten planten, mossen en insecten zijn specifiek afhankelijk van de es. Vroeger werden essen vaak geknot. Het recht opgroeiende hout werd veel gebruikt voor stelen van gereedschappen, zoals schoffels en harken.