Hazelaars geven de voorkeur aan zware grondsoorten zoals klei. Niet voor niets is de Hazelaar in het Irenebos ruim vertegenwoordigd.
Voor het klimaat biedt de hazelaar drie belangrijke voordelen: hij verbetert de luchtkwaliteit, geeft dankzij zijn dichte bladerdak schaduw en koelte en legt als snelle groeier een hoop CO2 vast. Ook de biodiversiteit heeft voordeel van deze kleine notenboom: het afvallend blad geeft een rijke strooisellaag, waarin zich een grote verscheidenheid aan bodemorganismen kan ontwikkelen. Leuk weetje: Een wichelroede is een vertakte hazelaarstak waarmee volgens oude bijgeloven waterbronnen, goudaders en andere schatten zijn op te sporen. Ook geloofde men dat het magische hout in staat misdadigers te ontmaskeren.
De hazelaar was hier al ver voor de eerste mens en was ooit onze enige echt inheemse noot. Door stuifmeelsporen in diepe grondlagen te onderzoeken heeft men ontdekt dat hazelnootbomen (hazelaars) in heel Europa tot in het hoge noorden voorkwamen. Maar of door al het vermeerderen en doorkweken nog steeds van een inheemse soort sprake is valt te betwijfelen. De hazelaar behoort tot de berkenfamilie. De boom bloeit al vroeg in het jaar en is daarmee een belangrijke voedselleverancier voor vroege bestuivers zoals hommels. In januari verschijnen de vrouwelijke bloemen met kleine paarse kwastjes en de lange geelbruine mannelijke hangende katjes.