Er zijn twee typen bloemen; grote bloemen aan de buitenkant zonder meeldraden en stampers, zij lokken de insecten. De centrale bloempjes hebben geen grote kroonbladeren, maar dit zijn de “echte” bloemen.
Honingbijen, vlinders en hommels en solitaire bijen, zoals asbij, grasbij, meidoornzandbij, roodgatje, witbaardzandbij.
De struik kan ongeveer 3,5 m hoog worden. De stekels op de takken zijn haakvormig gebogen. Deze stekels voorkomen dat de struiken worden aangevreten door de koeien die hier lopen. In het najaar verschijnen prachtige rode bottels, die heel sappig zijn. In de bottel zitten harde pitjes, die zijn kantig, zodat er meer in een bottel passen met beschermende haren ertussen. Deze haartjes kriebelen als ze op je huid komen. De bottels worden graag gegeten door koperwieken en kramsvogels, vogels die in het najaar naar Nederland komen Het is niet altijd rozengeur en maneschijn. Pluk eens een handvol blaadjes en ruik eraan. Dit in tegenstelling tot de egelantier (waar de hondsroos op lijkt). Wrijf eens op een paar blaadjes en er verschijnt een heerlijke appelgeur.