De kastanje komt oorspronkelijk uit Constantinopel (1557) de Turkse stad die we tegenwoordig Istanboel noemen.
Honingbijen en hommels.
Eeuwenlang planten we paardenkastanjes in parken en lanen en opvallend vaak treffen we oude paardenkastanjes aan bij monumentale gebouwen, kastelen en kerken. Pas na 10-15 jaar geeft de boom de eerste bloemen. De bloemknoppen zijn heel herkenbaar en kleverig. De vrucht is een driekleppige doosvrucht met stekels (=bolster). De donkerbruine zaden, de kastanjes, zijn zeer geliefd bij kinderen in de herfst. Wij kunnen de kastanjes niet eten maar zwijnen, herten en paarden wel. Sinds 2002 is de kastanjemineermot een plaag en sterven vanaf ongeveer dezelfde tijd veel bomen aan de kastanjebloedingsziekte.