In het Prinses IreneBos zijn er drie verschillende paddenpoelen. In de diepste poel staat het hele jaar door water en is een drinkplaats voor allerlei dieren. Een paddenpoel is een kraamkamer voor amfibieën als kikkers, padden en salamanders. Een ideale paddenpoel is plaatselijk minimaal één meter diepe en biedt warmte en voedsel in de directe omgeving. Belangrijk is dat er geen vis zit, anders worden de jonge diertjes (larven) opgegeten voordat ze volwassen zijn. Soms valt er een poel droog. Voor de amfibieën is dat meestal geen probleem. De jonge dieren hebben de poel dan al verlaten.
Water brengt variatie in het terrein en is een broedplaats voor biodiversiteit. Als groeiplaats voor water- en moerasplanten, als leefgebied voor insecten en andere ongewervelden en als drinkplaats voor vogels en zoogdieren. Libellen gebruiken deze watertjes om hun eieren in te leggen. Warmte minnende insecten nestelen op de zonnige noordoever. Verder van de oever af staat struikgewas en zijn takkenrillen gemaakt. Deze struiken en rillen bieden eet, schuil en nestruimte voor allerlei dieren zoals vogels en egels.
Amfibieëntrek
Wanneer in het voorjaar temperatuur en luchtvochtigheid boven een bepaald niveau stijgen, kruipen de amfibieën uit hun holen. Massaal trekken de dieren naar een poel in de buurt; een tocht van soms wel anderhalve kilometer.
Onderhoud
Een paddenpoel is een kwetsbare omgeving. Daar moet je voorzichtig mee omgaan. We beheren de poel daarom niet met – vaak zware – machines maar met de hand. Zo wordt er bijvoorbeeld gras gezeist!Let op! ꕤ Een paddenpoel is niet voor honden ꕤ Een poel is geen speelwater ꕤ Gooi geen takken, stammen, blad of ander materiaal in de poel Bij calamiteiten bel 14-0172